Boekrecensie: Mijn meneer – Ted van Lieshout

Dingen zijn zelden overduidelijk goed of fout. ‘Mijn meneer’ is een geweldig goed verhaal over de ambivalente relatie tussen een elfjarige jongen en een volwassen man. Of om alle eufemismen weg te laten; ‘mijn meneer’ is een intens verhaal over pedofilie.

De elfjarige Ted heeft het zwaar. Toen hij acht was, is zijn vader overleden, hij wordt op school gepest en het lukt hem niet echt om contact te leggen met leeftijdsgenootjes. Veel liever praat hij met volwassen mensen, maar zij willen op hun beurt niet horen wat een kind te zeggen heeft.

De enige met wie Ted een band lijkt te hebben, is Maria. Hij schrijft haar brieven en vertelt haar dingen die hij met niemand anders kan delen. Als je immers niet met de moeder van Jezus kunt praten, met wie dan wel? Vlak bij het bos staat een mariabeeldje in een soort vogelhuisje en Ted stopt daar vaak om even bij Maria te kijken. Het is dan ook daar dat hij meneer Timmermans voor het eerst ontmoet.

Meneer Timmermans is anders dan de andere volwassenen. Hij heeft onthouden dat Ted tweede werd bij de tekenwedstrijd en hij luistert echt naar hem. Als Ted er tijdens het brood bezorgen op zaterdagochtend achter komt dat meneer Timmermans een grote garage heeft met daarin treintjes en lego, vind hij meneer Timmermans nog boeiender.

En zo ontstaat er langzaam een bijzondere vriendschap. Elke zaterdag gaat Ted naar zijn meneer toe, en samen bouwen ze een kasteel van lego, of ze tekenen. Meneer Timmermans is namelijk reclametekenaar en kan dus nog beter tekenen dan Ted. Ze zijn vrienden, echte vrienden. En echte vrienden helpen elkaar, dus wil meneer Timmermans Ted leren modeltekenen. Daarvoor moeten wel de kleren uit, want het is heel moeilijk om te zien hoe een knie precies buigt, als er allemaal kleding overheen zit.

Langzaam wordt hun relatie steeds fysieker. Voor Ted heel verwarrend, want aan de ene kant vindt hij het heel erg fijn en voelt hij zich erg speciaal, maar aan de andere kant heeft hij toch het gevoel dat dit ‘fout’ is en niet mag. Hij vraagt Maria om een teken te geven, zodat hij weet hoe hij hier mee om moet gaan. Maar Maria blijft stil…

In een ruk heb ik ‘mijn meneer’ uitgelezen. Wat een fantastisch mooi, ontroerend en verwarrend verhaal. Omdat alles uit het oogpunt van een elfjarige is opgeschreven, zonder waardeoordelen, komt dit verhaal keihard binnen. Het gaat niet over een grote boze pedofiel, maar over een klein jongetje, dat zich voor het eerst in zijn leven gerespecteerd en gewaardeerd voelt om wie hij is. Hij is speciaal.

Na het lezen van dit boek kun je natuurlijk een discussie starten over hoe smerig slinks meneer Timmermans is, en hoe hij langzaam de druk opvoert, om de kleine Ted in zijn macht te krijgen. Maar de waarheid ligt veel genuanceerder. Om Van Lieshout zelf te citeren; “Ik wilde de relatie niet vertroebelen door die te duiden, bijvoorbeeld door op te sommen wat er later allemaal nog gebeurde en in hoeverre dat te wijten was aan die relatie, of door er moreel iets van te vinden.”

Allicht daarom komt deze roman – gebaseerd op de jeugd van Van Lieshout zelf – zo keihard binnen. Niet alleen omdat het een intens verhaal is, maar meer omdat het zo ontzettend mooi is opgeschreven. De kleine Ted observeert de wereld op een andere manier dan de meeste kinderen en de eenmaal volwassen Ted van Lieshout heeft daar een prachtig boek over geschreven, vol pareltjeszinnen. Nergens wordt het boek taaltechnisch ingewikkeld en ik kan me niet herinneren wanneer ik voor het laatst zo’n toegankelijk boek heb gelezen over zo’n heftig onderwerp.

Ik ga de relatie tussen Tedje en meneer Timmermans dan ook niet duiden. Het enige waar ik iets over kan en wil zeggen, is de kwaliteit van het verhaal en dat is briljant. Onthutsend briljant. En het beeld van de kleine Ted die bang is dat zijn dode vader in de hemel op een wolk zit, en álles ziet wat hij doet, zal me nooit meer los laten.

‘Mijn meneer’ krijgt vijf van de vijf roze kogels. Dit is hoe literatuur hoort te zijn.